Voormalig hoofdofficier eist inzage in onderzoeksdossier

27 October 2020, 14:10 uur
Rotterdam & Regio
mainImage
ANP

De voormalig Rotterdamse hoofdofficier van justitie Marc van Nimwegen eiste dinsdag in kort geding bij de rechtbank in Den Haag inzage in het volledige onderzoeksdossier van de Rijksrecherche. Deze dienst deed onderzoek naar mogelijk strafbaar handelen van Van Nimwegen door onder meer privégebruik van een OM-dienstauto met chauffeur.

In augustus liet het OM weten dat uit het onderzoek geen verdenkingen naar voren zijn gekomen die een strafrechtelijk opsporingsonderzoek rechtvaardigen. Mede vanwege vertrouwelijkheidskwesties wil het College van procureurs-generaal het dossier niet verstrekken. Op dinsdag 3 november doet de kortgedingrechter uitspraak.

Van Nimwegen werkte sinds 1986 in verschillende functies bij het OM. Na publicaties in NRC in 2018 over zijn verzwegen liefdesrelatie met OM-collega Marianne Bloos, is het College een onderzoek begonnen. De dienstverbanden zijn uiteindelijk beëindigd naar aanleiding van de uitkomsten van het rapport van de commissie-Fokkens vorig jaar april. Die stelde dat er "sterke aanwijzingen" waren dat de topfunctionarissen vanaf 2011 een relatie hadden toen zij in een hiërarchische verhouding tot elkaar stonden.

Van Nimwegen is het niet eens met de uitkomsten van dit onderzoek en is een gerechtelijke procedure gestart. Hij verklaarde dinsdag "eerherstel" te willen en de mogelijkheid zich te kunnen verdedigen tegen de "publieke vernedering" die hij heeft meegemaakt. "Dit gaat om zijn leven", zo merkte zijn advocaat op. "Mijn cliënt is met pek en veren het OM uitgeschopt."

Hij wil in het kader van die procedure inzage in de stukken van de Rijksrecherche, omdat hij verwacht uit dit dossier "een ander en meer compleet beeld" te kunnen krijgen. De advocaten van het OM noemden het verzoek dinsdag echter een "fishing expedition". Volgens de raadslieden heeft Van Nimwegen geen wettelijk recht op inzage in het dossier omdat het Rijksrecherche-onderzoek een oriënterend feitenonderzoek betrof en geen opsporingsonderzoek. "De uitkomst is gedeeld, er is geen verdenking. Daarmee is de kous af." De advocaten vroegen de kortgedingrechter het verzoek af te wijzen, mede om de anonimiteit van de getuigen die door de Rijksrecherche zijn gehoord, te bewaken.